Als motorrijder wil je maar één ding: zorgeloos rijden. Niets is vervelender dan een motor die tijdens een rit begint te haperen of waarvan je achteraf denkt: dit had ik kunnen voorkomen. Goed onderhoud is daarom geen luxe, maar pure noodzaak. De vraag is alleen: hoe vaak moet je dat onderhoud eigenlijk laten doen? Het korte antwoord: vaker dan veel mensen denken. Maar het lange antwoord met praktijkvoorbeelden en tips uit de werkplaats lees je hieronder.
Fabrikant vs. praktijk: waar zit het verschil?
Elke motor heeft een onderhoudsboekje waarin de fabrikant precies aangeeft wanneer er wat moet gebeuren. Die intervallen worden vaak gegeven in kilometers én in tijd. Bijvoorbeeld: olie verversen om de 6.000 kilometer of minimaal één keer per jaar, wat het eerst komt. In theorie klinkt dat duidelijk. In de praktijk zie ik in mijn werkplaats in Doetinchem dat veel motoren pas binnenkomen als er problemen zijn. En dat is zonde, want achterstallig onderhoud kost altijd meer.
Zo kwam er laatst een klant met een sportmotor die pas na 18.000 kilometer sinds de laatste beurt langskwam. Olie zwart als teer, ketting kurkdroog, remvloeistof die meer leek op cola dan op verse DOT 4. We hebben de motor wel weer op orde gekregen, maar dat had veel goedkoper en veiliger gekund als hij eerder was gekomen.
Kleine beurt: je jaarlijkse APK voor de motor
De kleine beurt is de basis. Denk aan olie verversen, oliefilter vervangen, luchtfilter reinigen of vervangen, ketting controleren en smeren, remmen nalopen, bandenspanning checken, verlichting testen, accu doormeten, vloeistoffen controleren… kortom: alle vitale onderdelen even onder de loep.
Mijn advies als monteur is simpel: plan die kleine beurt één keer per jaar of elke 6.000 kilometer. Rijd je veel? Dan telt de kilometerstand. Rijd je weinig, maar staat je motor veel stil? Dan telt de tijd. Stilstand is namelijk minstens zo schadelijk als intensief gebruik. Olie veroudert ook als je motor stilstaat en vocht kan zich ophopen in remvloeistof of brandstof.
In Doetinchem zie ik veel seizoensrijders die in de winter hun motor wegzetten en pas in maart of april weer starten. Vaak loopt dat goed, maar soms is het drama: accu leeg, remmen vast, benzine verouderd. Met een kleine beurt vóór de winter voorkom je dat.
Grote beurt: het moment voor grondig onderhoud
Waar de kleine beurt draait om controles en basisverversingen, gaat de grote beurt een stap verder. Dan kijken we ook naar de bougies, vervangen we lucht- en brandstoffilters, controleren we de klepspeling, verversen we koelvloeistof, vernieuwen we remvloeistof, checken we wiellagers en balhoofdlagers en inspecteren we de complete elektrische installatie.
Gemiddeld plan je een grote beurt om de 24.000 kilometer of elke twee jaar. Bij sommige modellen kan dat iets meer zijn, bij anderen iets minder. Vooral bij motoren met hogere toerentallen of oudere carburateurblokken is twee jaar een veilige marge.
Een voorbeeld uit mijn werkplaats: een toerfietser kwam met een lichte ratel in de motor. Volgens het boekje hoefde zijn klepspeling pas over 8.000 kilometer gecontroleerd te worden, maar we hebben toch besloten het nu al te doen. Goed ook, want twee kleppen stonden te strak. Nog even en er was motorschade ontstaan. Dat soort dingen zie je niet aankomen zonder die grote beurt.
Waarom stilstand net zo schadelijk kan zijn als rijden
Veel mensen denken dat weinig rijden ook weinig onderhoud betekent. Maar dat klopt niet. Een motor die maanden stilstaat, krijgt te maken met uitdrogende rubbers, roestvorming in de tank, vervuiling in carburateurs of injectoren en accu’s die langzaam leegtrekken. Ik zie het elk voorjaar: motoren die met moeite starten of waarbij de remklauwen vastzitten.
Daarom zeg ik altijd: ook als je maar 1.000 kilometer per jaar rijdt, heeft je motor onderhoud nodig. Minimaal een jaarlijkse kleine beurt, en afhankelijk van de leeftijd van de vloeistoffen ook verversingen.
Tussentijds onderhoud dat je zelf kunt doen
Je hoeft natuurlijk niet voor elk wissewasje naar de werkplaats. Er zijn een paar dingen die je zelf kunt bijhouden, en dat scheelt je uiteindelijk kosten.
-
Ketting smeren: gebruik altijd een goede kettingspray, zoals de Motul Chain Lube Road die we bij Motorpulse standaard gebruiken. Smeer elke 500 tot 1.000 kilometer, of vaker bij regen of vuil.
-
Bandenspanning controleren: doe dit maandelijks of voor elke lange rit. Te zachte banden slijten sneller en maken je motor instabiel.
-
Oliepeil checken: zeker bij oudere motoren belangrijk. Sommige blokken gebruiken olie, en te weinig olie betekent altijd dure schade.
Door deze dingen zelf te doen, verleng je de tijd tussen dure reparaties.
Onderhoudsinterval per type rijder
Niet iedereen rijdt hetzelfde, en dat heeft invloed op de onderhoudsfrequentie. Een paar voorbeelden:
-
Woon-werkrijder: veel kilometers, vaak door weer en wind. Kom vaker voor ketting- en remcontroles.
-
Zondagsrijder: weinig kilometers, maar veel stilstand. Let op verouderende vloeistoffen en accu.
-
Trackday-rijder: hoge belasting, snelle slijtage. Olie vaker verversen en remmen extra controleren.
-
Allroad-rijder: veel stof en vuil. Luchtfilter vaker reinigen, ketting vaker smeren.
In mijn werkplaats zie ik dat deze factoren soms belangrijker zijn dan de kilometerstand. Een woon-werkrijder met 20.000 kilometer in één jaar kan minder slijtage hebben dan een zondagsrijder die z’n motor vijf jaar in een vochtige schuur zet.
Wat kost het om te laat te zijn?
Misschien denk je: ach, ik wacht nog even met die beurt. Maar bedenk dit: een kettingset kost al snel €200 tot €300, een set remschijven kan boven de €500 uitkomen en een vastgelopen motorblok kan duizenden euro’s kosten. Vaak ontstaan deze problemen door achterstallig onderhoud. Een jaarlijkse kleine beurt bij Motorpulse kost ongeveer €150, en dat is goedkoop vergeleken met een dure reparatie.
Onderhoud in Doetinchem: waarom lokaal handig is
Omdat Motorpulse in Doetinchem zit, komen veel klanten uit de regio Achterhoek, maar ook uit omliggende plaatsen. Het voordeel van lokaal onderhoud? Je kunt altijd even langskomen voor een check, zonder meteen een halve dag kwijt te zijn. Bovendien ken ik veel motoren in de omgeving, dus ik weet vaak al waar ik op moet letten bij bepaalde modellen of gebruiksomstandigheden. En mocht je tussendoor iets willen laten controleren, zoals een rare trilling of geluid, dan is dat snel geregeld.
Hoe plan je slim je onderhoud?
Mijn advies: koppel je onderhoud aan vaste momenten. Bijvoorbeeld: altijd in het najaar een kleine beurt, zodat je motor goed de winter in gaat. En om het jaar in de zomer een grote beurt, zodat je in het rijseizoen geen verrassingen hebt. Zo spreid je de kosten en kom je nooit in de knel met lange wachttijden in het voorjaar, wanneer iedereen tegelijk een beurt wil.
Samenvatting: het Motorpulse-schema
-
Kleine beurt: jaarlijks of elke 6.000 kilometer
-
Grote beurt: elke twee jaar of 24.000 kilometer
-
Ketting smeren: elke 500 tot 1.000 kilometer
-
Bandenspanning: maandelijks
-
Oliepeil: elke 1.000 kilometer controleren
Zo houd je je motor in topconditie en kom je niet voor onaangename verrassingen te staan.
Motorpulse, de hartslag van je motor.